14 juli


Toen Mozes was gestorven, heeft God Jozua als leider van Israël bevel gegeven Kanaän in te trekken. “Wees sterk en wees moedig, handel nauwkeurig naar de wet, wijk daarvan niet af naar rechts of naar links”, sprak God en beloofde hem: “Elke plaats die uw voetzool betreden zal, geef Ik ulieden” (Jozua 1).
Hier komt weer naar voren het Goddelijke principe: “De rechtvaardige zal uit geloof leven”. Dit houdt in: “God geloven op Zijn Woord en vanuit dat geloof leven”. Het was de zonde van de eerste mens. Hij geloofde niet God maar geloofde satan en was ongehoorzaam. Jozua moest beginnen zich aan Gods Woord te houden en, levend vanuit geloof in dat Woord, bezit nemen van Kanaän. Elke plaats DIE HIJ BETRAD, was van hem en zijn volk. Niet eerder.
Ook van Gods kinderen vraagt de Heer om uit geloof te leven. Gehoorzaamheid des geloofs bewerken, was de opdracht van de apostel Paulus (Romeinen 1:5). Eerst gehoorzaamheid des geloofs aan het evangelie aangaande Gods Zoon om behouden te worden, vervolgens gehoorzaamheid des geloofs om behouden te léven. “Handel nauwkeurig naar de wet”, zei de Heer tot Jozua. De Heer Jezus zei: “Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken” (Johannes 14:23). Zijn Woord bewaren betekent het geloven en vanuit dat geloof leven.
Gelovig bezit nemen van al de geestelijke zegeningen die God ons schonk in Christus. Hoeveel somt Gods Geest er niet op in de Éfezebrief! In Christus uitverkoren om voor God heilig en onberispelijk te zijn, in liefde te voren verordineerd om als zonen aangesteld te worden, begenadigd in de Geliefde, met Hem opgewekt en een plaats gekregen in de hemel (2:6), enz. enz. Al die wondere zegeningen in Christus, het is ons Kanaän. Elke plaats die wij betreden, hoort ons toe. Laten we vanuit het geloof in Zijn Woord al die zegeningen tot ons persoonlijk bezit maken!
Lezen: Éfeze 1