17 december
"Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de
heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen" (Romeinen 16:27).
God, de Almachtige, Die woont in een ontoegankelijk licht, kan
uitsluitend door Jezus Christus geëerd en geprezen worden.
Door het gehele leven van onze Heer Jezus Christus, en door Zijn
lijden en Zijn dood heen, werd Zijn God en Vader verheerlijkt. Hij
heeft op volmaakte wijze de eis van Gods heiligheid en gerechtigheid
voldaan en het wezen van Gods liefde tot volle openbaring gebracht.
God heeft volkomen genoegdoening ontvangen voor de smaad, Zijn
heilige Naam door de zonde aangedaan, en Hij kan nu de heerlijkheid
van Zijn genade bewijzen aan elk mensenkind dat in de Christus
Gods gelooft.
Het bewijs dat het werk der verlossing van Jezus Christus in Gods
oog volkomen en algenoegzaam was is, dat Hij Jezus Christus heeft
opgewekt uit de doden, Hem uitermate heeft verhoogd en Hem een
Naam heeft gegeven, welke boven ALLE naam is, opdat in Zijn
Naam zou buigen alle knie dergenen, die in de hemel, en die op de
aarde zijn, en die onder de aarde zijn en alle tong zou belijden: Jezus
Christus, is de Heere, TOT HEERLIJKHEID van GOD DE VADER
(Filippensen 2:9-11).
De verheerlijking van God houdt in de verheerlijking van Jezus
Christus, de Heer en de verheerlijking van Jezus Christus is Gods
verheerlijking.
Christus Jezus, de Heer, staat centraal in het ganse heelal. Voor God
betekent Hij alles en eenmaal zal, naar Gods wil, al wat in de
hemelen en op de aarde is onder één Hoofd, Christus, tot één
vergaderd worden (Efeze 1:10).
God heeft ieder van ons, die door geloof in Jezus Christus Zijn kind
is geworden, NIEUW leven gegeven, opdat wij dit nieuwe leven door
geloof zullen leven. Dit is Zijn bedoeling met ons, want zulk een
leven is op Christus gericht. Zoals Christus voor God alles betekent,
zo behoort Hij ook voor ons alles te zijn. Alleen op deze wijze wordt
God in ons verheerlijkt. Als wij eenmaal Boven zijn, zullen wij
volmaakt tot lof van Zijn heerlijkheid zijn. Nu reeds mogen wij dit
zijn in en door Christus onze Heer en daartoe schonk Hij Zijn Geest
in ons hart. Welk een zaligheid zo tot Gods eer te mogen leven!
Lezen: Romeinen 16:25-27