16 december
In Jeremia 17:13 lezen we: "O HEERE, Israëls Verwachting! allen, die
U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken,
zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE,
den Springader des levenden waters" (Jeremia 17:13).
De schriftgeleerden en farizeeën, die bij de Heer Jezus in de tempel
een vrouw op overspel betrapt, brachten, hebben deze woorden uit
Jeremia zeker gekend. Volgens de wet van Mozes moest de zonde
van deze vrouw gestraft worden met steniging.
Hoe zou de Heer Jezus Zich uit deze situatie redden? De Heiland gaf
hen geen antwoord, maar schreef met Zijn vinger in de aarde. Toen
de schriftgeleerden en farizeeën bleven aandringen op een beslissing,
sprak de Heer: "Die van u zonder zonde is, werpe eerst den steen op
haar". En weer bukte Hij Zich en schreef in de aarde.
Een voor een, te beginnen met de oudsten, de belangrijkste personen
onder hen, gingen heen en verlieten de tempel. Zij konden niet stand
houden voor de majesteit van Jezus Christus, Die hen zo doorzag. Zij
hadden de bron van levend water, de Heere, verlaten.
De vrouw stond nu alleen voor de Heer, alleen met haar schuld. Hoe
heerlijk moet het voor haar geweest zijn, toen zij de Heiland hoorde
zeggen: "Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer".
"Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de
wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou
behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar
die NIET gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd
in den Naam des eniggeboren Zoons van God" (Johannes 3:18-19).
Hij kwam om ZONDAARS zalig te maken. Ook wij waren eens
dood door onze misdaden en zonden, wij waren VAN NATURE
kinderen des toorns (Efeze 2:1). "Maar God, Die rijk is in
barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad
heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend
gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden)" (Efeze
2:4 en 5). Het is een onuitsprekelijke zaligheid dit door geloof te
mogen weten.
Welk een liefde van onze God Die Zichzelf gaf in Zijn Zoon. Welk
een liefde van Jezus Christus, onze Heiland, Die Zijn bloed heeft
gegeven, opdat wij door Zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem
behouden zullen worden van de toorn (Romeinen 5:9).
Lezen: Johannes 8:2-11