11 december


11 december

Romeinen 8:17: "En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook
erfgenamen, erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus;
zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt
worden". In de Voorhoeve-vertaling luidt het 2e deel van deze tekst
als volgt: "Als wij inderdaad met Hem lijden, opdat wij ook met Hem
verheerlijkt worden".
Als Gods kinderen zullen wij eenmaal erven. Echter het is: "Indien
wij met Hem lijden".
In Galaten 5:16-21 waarschuwt Gods Geest Gods kinderen die "naar
het vlees leven", dat zij het Koninkrijk Gods niet zullen BEËRVEN.
Zij zijn wel behouden en komen eens in de eeuwige heerlijkheid. Zij
leefden echter het NIEUWE leven niet en zo was hun leven zonder
vrucht voor God. In Galaten 4:4-5 zegt het Woord, tot de gelovigen
die weer de wet wilden houden, dat Christus hen vrijgekocht heeft
van de wet, opdat zij de aanstelling tot ZONEN zouden verkrijgen.
Wie de wet houdt, leeft niet in de vrijheid van het kindschap van
God, doch als dienstknecht en, zegt Galaten 4:7, "Zo dan, gij zijt
NIET meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon
zijt (dus als zoon leeft), zo zijt gij ook een erfgenaam door God".
Efeze 5:5 leert ons, dat geen hoereerder, onreine of gierigaard, die
een afgodendienaar is, ERFENIS heeft in het Koninkrijk van Christus
en van God.
Wij behoren te wandelen als kinderen des lichts en te beproeven wat
de HERE welbehagelijk is (Efeze 5:8,10).
Kolossensen 2:16-23 waarschuwt de gelovigen zich niet te laten
overheersen: "Naar zijn wil in nederigheid" (Kolossensen 2:18).
Hoe belangrijk is het voor het kind van God om ook te léven als Zijn
kind. OM door geloof het NIEUWE leven in Christus te beleven, om
door de Geest te leven. MET Christus lijden is, samen met Hem door
het leven gaan, Hem de eerste plaats geven. In gemeenschap leven
met de Vader en met Zijn Zoon, Jezus Christus (1 Johannes 1:3).
Kolossensen 3 spreekt over de openbaring van het nieuwe leven in
ons. Van de Heer zullen wij dan tot vergelding de erfenis ontvangen
(Kolossensen 3:24). God schonk ons Zijn Geest in ons hart door Wie
wij mogen leven en door Wie wij mogen wandelen (5:25).

Lezen: Efeze 5:3-10