19 november


19 november

"Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te
worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen
voor velen" (Markus 10:45).
In Jesaja 42:1 zegt God van Christus: "Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik
ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een
welbehagen heeft!"
Jezus Christus, de Knecht van God, kwam om te dienen. Hij heeft
Zijn God gediend in volkomen gehoorzaamheid.
Hij, God van alle
eeuwigheid, verliet Zijn eeuwige heerlijkheid, ontledigde Zichzelf
van deze heerlijkheid, werd de mensen gelijk en nam de gestalte van
een dienstknecht aan. Hij was gehoorzaam aan Zijn God tot de dood,
ja tot de dood des kruises (Filippensen 2:7-8).
Hij volbracht het werk dat God Hem te doen gegeven had en gaf Zijn
leven als rantsoen (losprijs) voor velen.
Voor ons die in Hem geloven! Hij kocht ons vrij uit de slavernij van
de zonde, dood en satan. Hij betaalde met Zijn kostbaar bloed en ging
voor ons in de dood. Hoe groot en heerlijk is onze Heer en Heiland in
Zijn gestalte van Dienstknecht Gods. Nu is Hij uitermate verheerlijkt.
Nu mogen wij, die in Hem nieuw leven ontvingen, Zijn liefdeslaaf
zijn. Hij was geen dienstknecht van mensen. Zijn volmaakte
gehoorzaamheid aan God is ons, die in Hem geloven, tot eeuwige
zaligheid geworden (Hebreeën 5:8-9).
Ook wij moeten geen dienstknechten van mensen zijn (1 Korinthe
7:23), want wij zijn door Christus gekocht en betaald en Zijn
eigendom.
"Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het",
sprak de Heer tot de Zijnen (Johannes 13:13).
Als wij de consequentie van deze heerlijke waarheden aanvaarden en
Hij de Heer en Meester van ons hart en leven is, is het niet moeilijk
de minste te zijn en elkaar lief te hebben.
Lezen: Markus 10:41-45