07 november


“Hij is uw Lof, en Hij is uw God. Die bij u gedaan heeft deze grote en vreselijke dingen, die uw ogen gezien hebben”, sprak Mozes tot zijn volk (Deuteronomium 10:21). “Die roemt, roeme in den Heere”, zegt het Woord in 1 Korinthe 1:31 en 2 Korinthe 10:17.
Deze grote, sterke God, die Israël eens met krachtige hand uit de macht van Egypte verloste, heeft ons met krachtige hand verlost uit de macht van zonde en dood.
“Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; in Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden” (Kolossenzen 1:13-14).
Welk een geweldig werk moest daarvoor gedaan worden. Jezus Christus, de Zoon van Gods liefde, moest Zijn heerlijkheid en Zijn majesteit afleggen en vlees en bloed aannemen. Hij, Die geen zonde gekend heeft, Die als DE Rechtvaardige in volmaaktheid op deze aarde heeft gewandeld, is tot zonde gemaakt en als gevolg daarvan kwam de toorn van de heilige God op Hem neer. “Hij is VOOR ONS tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem” (2 Korinthe 5:21). Jezus Christus stierf voor ons zondaren (Romeinen 5:8). Het was:
“Naar de werking der sterkte Zijner macht, die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand in den hemel” (Éfeze 1:19-20).
Wij zijn rechtvaardigheid Gods geworden in Hem. Het is alles uit louter genade om Gods grote liefde voor ons. Daarom is HIJ onze lof. In ons is niets te roemen. HIJ volbracht het gehele werk in Christus Jezus. Roemen in HEM, in CHRISTUS, onze Heer. Hoeveel stof hebben we daartoe!
Laten we dan ook niet op onszelf zien, doch op Hem, Die ons gekocht en betaald heeft en roemen in Hem, aan Wie wij geheel onze zaligheid te danken hebben. In en door Wie wij nu mogen leven en in Wie wij eens zullen delen in de eeuwige heerlijkheid. Roemen in Christus Jezus, want HIJ is onze lof tot eer van God de Vader.
Lezen: 1 Korinthe 1:27-31