30 oktober


Lees Johannes 13:1-20

Voetwassing
Tot slot dan deze geschiedenis van de voetwassing. Het is de avond voor de kruisiging van de Heer. Het tijdstip is: net na het avondmaal, dat de Heer met de discipelen vierde. Ze zijn in de opperzaal. De Heer staat op, legt Zijn kleren af en doet een linnen doek aan.

Je kleren afleggen is het afleggen van je uiterlijke verschijning. De Heer heeft na Zijn opstanding Zijn aardse Koninkrijk niet opgeëist. Hij heeft Zijn Koningschap afgelegd en kleedt zich in een ander gewaad. De linnen doek spreekt van priesterschap. Met dit beeld maakt Hij duidelijk dat wat er nu gebeurt, betrekking heeft op de tijd na zijn opstanding. Hij zou opstaan en als Hogepriester verzoening doen voor Zijn Volk. Hij neemt het water en begint de voeten van de discipelen te wassen. Ze begrijpen het niet. De Heer doet het werk van een dienstknecht.

Petrus wil helemaal gewassen worden, maar dat is niet nodig. Als je gedoopt bent in Christus, dan ben je rein (vers 10) in Hem. Je bent een hemelburger geworden. Met Hem gezet in de hemel. Met je voeten sta je nog op de aarde. Je levenswandel is niet rein. In zijn brief schrijft Johannes dat wie zegt zonder zonde te zijn een leugenaar is. Maar ook je levenswandel wordt door de Heer gereinigd met Zijn Woord. Daarin staat dat de Heer getrouw is en ons onze zonden vergeeft. Zelfs zonder dat wij er om vragen (dat mag natuurlijk wel). De Heer zorgt ervoor dat wij rein blijven, zodat we altijd vrijmoedig als gezanten van Christus door het leven kunnen gaan.

En als je je dan afvraagt hoe je als Christen moet leven, dan vind je hier een antwoord. We moeten ook elkaar de voeten wassen. Met andere woorden: zoals de Heer ons vergeven heeft, moeten we ook elkaar vergeven.