25 oktober


“De HEERE zal het voor mij voleinden”, zong David in Psalm 138:8. “Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus” zegt Filippensen 1:6. “Wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht”, vermaant ons Éfeze 6:10.
Welk een grote zaligheid is het toch een kind van God te zijn. Een kind te zijn van zulk een grote, machtige God en zulk een Heiland en Heer te hebben als Christus Jezus is! Gods Woord te geloven en vanuit dat geloof te mogen leven!
Wij zouden dat uit onszelf nooit kunnen opbrengen, maar GOD is het, Die om ZIJN welbehagen, beide het willen als het werken in ons werkt (Filippensen 2:13). Hij doet dat door Zijn Geest, Die in ons woont. Wij zijn niet meer van onszelf, doch behoren Hem toe (1 Korinthe 6:19-20). “Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend” (Psalm 139:3).
Hoe waar zijn deze woorden voor ons. Hij weet wie wij zijn en dat van ons niets goeds is te verwachten.
Daarom gaf Hij ons Zijn Zoon, een machtige, liefdevolle Heiland in Wie wij het nieuwe leven, dat eeuwig is, deelachtig werden. Hij gaf ons Zijn Geest, Die Zijn kracht is, in het hart, opdat het nieuwe leven, het Christus-leven, in ons zou kunnen groeien en bloeien. Hij schonk ons Zijn dierbaar Woord, waarin Hij Zichzelf heeft geopenbaard in Christus de Heer.
Hij heeft alles in het werk gesteld om ons aan Hem te binden. Wij behoeven niets anders te doen, dan ons in geloof volkomen aan Hem toe te vertrouwen. In Christus heeft Hij ons ALLES gegeven wat Hij kon geven. Hoe stil en blij kunnen wij door dit leven gaan! Dit leven, dat vaak vol moeite en verdriet is. Wij mogen ons verlustigen in die wondere liefde en genade van onze God en Vader en onze Heer Jezus Christus. Zijn liefde is altijd bezig ons op te voeden en klaar te maken voor de heerlijkheid, die ons wacht.
Lezen: Romeinen 8:28-32