Lees Johannes 2:1-11
Water wordt wijn
Er was een probleem op de bruiloft in Kana. (In het Grieks staat hier het woord “gamos”. Dit kan ook een maaltijd zijn. Zowel “eten” als “een bruiloft” spreekt van gemeenschap). De wijn raakt op. Een probleem waar de Heer kennelijk in kon voorzien. Wijn is een beeld van leven. Er is oude en nieuwe wijn, oud en nieuw leven. De hele geschiedenis spreekt over wedergeboorte, over hoe nieuw leven tot stand komt. Een bruiloft, man en vrouw trouwen; er komt gemeenschap tot stand en er komt waarschijnlijk nieuw leven.
Het gebeurt op een “derde dag”, de dag waarop de Heer opstond. Om de nieuwe wijn te krijgen moesten de aarden vaten (een beeld van de mens, die immers geformeerd is uit het stof der aarde, met God als Pottenbakker) gevuld worden met water. Het water werd wijn en de nieuwe wijn was beter dan de oude. Dit wonder was een teken, dat wil zeggen, het had een betekenis.
Uiteraard spreekt deze geschiedenis in de eerste plaats over de Heer Zelf. Op “Zijn ure“, namelijk op de derde dag, kwam Nieuw Leven tot stand. Hij was gevuld met water (Woord) en geloofde dat ook. Maar net als dat voor de Heer gold, geldt dat ook voor ons. Als wij ons vullen met levend water, Zijn Woord geloven, zorgt de Heer voor nieuw leven, wedergeboorte. Sterker nog, hoe meer Woord we geloven, hoe meer nieuw leven er in ons komt. Het wonder blijft gebeuren wanneer we het Woord van God tot ons nemen. Het is de verandering van ons denken.
Als de inhoud van ons leven dan gekeurd wordt (als we verschijnen voor de rechterstoel van Christus) dan ziet de Heer alleen wat Hij in en door ons heen heeft kunnen doen. Al het andere is vergeven (op, weg) en er wordt mee afgedaan, net zoals de hofmeester deed door de eerste wijn als “mindere” aan te merken.