22 oktober


Het evangelie aangaande Jezus Christus, Gods Zoon, is niet naar de mens (Galaten 1:11).
Iedere kerk of godsdienstige groepering heeft er zo een eigen mening over. Elk mens is van nature godsdienstig. Een God eren, vroom en goed zijn, geeft bevrediging van de verlangens der ziel. Daarom was het voor de joodse christenen in de dagen der apostelen zo moeilijk de consequentie te aanvaarden van het feit dat God Zelf de voorhang voor het Heilige der heiligen heeft gescheurd. Daarmede wilde God duidelijk maken, dat van toen af de toegang tot Hem vrij was, omdat Jezus Christus de Weg tot Hem is. De tijd was aangebroken dat de waarachtige aanbidders de Vader zullen aanbidden in Geest en in waarheid (Johannes 4:23).

NIEMAND kan nu meer tot God komen dan door Jezus Christus, want Hij alleen is DE weg, DE waarheid en HET leven (Johannes 14:6). Het evangelie aangaande de Zoon is zo volkomen, zo volmaakt, we kunnen er niets aan toevoegen. Niets van onszelf, geen goedheid, geen vroomheid, geen godsdienst. Het is zo eenvoudig, het is met het hart geloven in Jezus Christus, Gods Zoon, Die voor ons leed en stierf. Die opstond uit de dood en nu zit aan Gods rechterhand. “Wie in Hem gelooft, HEEFT het eeuwige leven” (Johannes 3:16). Het is zo eenvoudig, maar het is niet naar de mens.

Wij willen graag zelf ook wat doen, in plaats van behouden worden uit louter genade. Genade aangeboden aan verloren zondaars! Uit GENADE, want wij worden door de verlossing van Christus Jezus om NIET gerechtvaardigd (Romeinen 3:24). Velen zullen, als zij deze woorden lezen, zeggen: “Ja maar, zo gemakkelijk is het niet”.
Wie echter God GELOOFT op Zijn Woord is behouden en mag roemen in de liefde van God de Vader en van Jezus Christus, de Heer. En dat alles uit louter genade!
Lezen: Johannes 3:14-18