Lees Matthéüs 26:26-31
Betekenis van het Avondmaal
Eigenlijk is de term “Avondmaal” niet helemaal Bijbels correct. Er wordt zoal gesproken over “brood en beker”, “breking des broods” en “brood en wijn”. Eigenlijk is het geen echte maaltijd. Het is symboliek. Het paaslam is geslacht en gegeten. Overdrachtelijk heeft de Heer geleden en is Hij gestorven. Wat er over is op de tafel is ongezuurd brood (al het gist was immers weg), wijn en nog wat kruiden.
In ons schriftgedeelte is het de avond voor de kruisiging van de Heer. Hij wist wat er zou gaan gebeuren (Zijn kruisiging) en wil de discipelen symbolisch laten zien wat er daarna zou komen. De discipelen begrepen dat toen niet. Later wel.
Hij neemt het brood, zegent het en zegt dat het Zijn Lichaam is. Dit duidt op Zijn Lichaam, de Gemeente, waarvan Hijzelf het Hoofd is. Alle gelovigen verenigd in één lichaam met Christus. De wijn is het bloed van het Nieuwe Verbond. Let op: het NIEUWE Verbond.
Het paaslam was geslacht als onderdeel van de Wet (het Oude Verbond). Dat is nu voorbij. Nu komt het Nieuwe Verbond. Een verbond van vrede, een eeuwig verbond. Het Oude Verbond was op het vlees gelegd. Geen mens kon zich daar aan houden en dus veroordeelt het Oude Verbond. Het Nieuwe niet. De oude mens wordt immers door God dood gerekend en God ziet de nieuwe mens (Christus in ons, de Heilige Geest) aan. De nieuwe mens leeft voor Hem, daar rekent Hij mee. Het Nieuwe Verbond geeft nieuw en volmaakt opstandingleven. Dat is niet te veroordelen; het is volmaakt. Daarom is het Nieuwe veel beter dan het Oude.
De Heer laat door de tekenen van brood en beker zien dat Hij weliswaar eerst zou sterven (Paaslam), maar dat Hij op zou staan uit de dood en dat zij (zijn discipelen) Zijn Lichaam zouden gaan vormen en Zijn Leven zouden krijgen. En dit geldt voor elke gelovige. Ook voor jou en mij.