23 september


23 september

"En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij
verzegeld zijt tot den dag der verlossing" (Efeze 4:30). In
1 Thessalonicensen 5:19 vermaant het Woord ons: "Blust de Geest
niet uit". Toen wij gelovig werden, heeft God ons Zijn Geest
gegeven. Gods Geest heeft het geloof in ons gewekt en heeft ons
doen herboren worden tot nieuwe mensen. God heeft zelfs Zijn liefde
in ons hart uitgestort door de Heilige Geest (Romeinen 5:5). De
bedoeling van onze God en Vader met ons is, dat wij nu ook door de
Geest zullen gaan wandelen, zodat wij niet meer aan het begeren van
ons vlees voldoen (Galaten 5:16-17). Door de Geest wandelen is:
"Christus onze Heer tot ons levensdoel maken".
De Heiland heeft gezegd, dat Gods Geest HEM zou verheerlijken,
"want Hij zal het uit het MIJNE nemen en het u verkondigen"
(Johannes 16:14). Gods Geest Die in ons woont, zal ons steeds Jezus
Christus voor ogen stellen. Hij wil ons leren onze Heer waardig te
wandelen. "HEM in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te
dragen en op te wassen in de rechte kennis van God" (Kolossensen
1:10 NBG). Als wij ons zo volkomen aan onze Heer toevertrouwen
willen en Hem de eerste plaats in ons leven willen geven, zal Gods
Geest Hem in ons verheerlijken. Hij zal ons Hem doen zien in Zijn
schoonheid en grootheid. Hij zal ons oog verlichten, opdat wij Gods
Woord recht zullen verstaan en kunnen weten – en aan de hand van
het Woord kunnen toetsen – wat de Heer welbehagelijk is (Efeze
5:10).
Zulk een leven is leven door de Geest, het is door geloof Gods Geest
toestaan het nieuwe leven in ons te leven. Dit gaat ten koste van ons
eigen ik. We wandelen dan niet meer naar het begeren van het vlees,
doende onze eigen wil, doch laten het Woord van Christus rijkelijk in
ons wonen en doen alles in Zijn Naam, dankende God de Vader door
Hem (Kolossensen 3:16-17). We kunnen ook de Geest bedroeven
door zelf het heft geheel of voor een deel in handen te houden. We
kunnen ons leven geheel naar eigen wens leven, misschien wel onder
vrome voorwendsels en zo Gods Geest doven. Dan missen we de
vrede en blijdschap van de vertrouwelijk omgang met onze Heer.

Lezen: Kolossensen 3:15-17