24 augustus


In 2 Korinthe 1:21-22 zegt Gods Woord tot de gelovigen: “Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God; Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven”.
Wij zijn dus met de Heilige Geest gezalfd, verzegeld en hebben Hem als onderpand. In 1 Johannes 2:20 en 27 spreekt het Woord ook over onze zalving. In Éfeze 1:13-14 lezen we: “In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid”.
In het O.T., als God iemand tot een bepaalde taak riep, werd de betrokken persoon door een profeet of priester gezalfd. Onze Heiland is door God gezalfd met de Heilige Geest en met kracht (Handelingen 10:38). De Heer Zelf haalt de profetie uit Jesaja 61:1-2 omtrent Zijn persoon aan: “De Geest des Heren is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft” (Lukas 4:18).
Ook wij, kinderen Gods, zijn door Hem gezalfd met de Heilige Geest. Hoe belangrijk is het ons aan de leiding van Gods Geest toe te vertrouwen. Wordt vervuld met de Geest, vermaant God ons in Éfeze 5:18. Dat betekent dat wij in ons hart en leven ruimte moeten maken voor de Geest. Alle hindernissen opruimen en ons geheel uitleveren aan onze Heer en Heiland, zodat Gods Geest in ons het nieuwe leven kan openbaren. Wij zijn niet alleen gezalfd, doch ook verzegeld. God heeft Zijn eigendomsmerk op ons gezet. Nu kan geen macht in de hemel of op aarde ons meer van Hem scheiden. In Christus zijn wij voor eeuwig Zijn bezit, want wij zijn duur gekocht (1 Korinthe 6:20). Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest, wij zijn niet meer van onszelf (1 Korinthe 6:19).
De Geest is ook het onderpand van onze erfenis in Gods heerlijkheid. Deze erfenis zal ons deel zijn, als wij in dit leven door geloof het nieuwe leven beleven, geleid door Gods Geest. Dit nieuwe leven is: “Christus IN ons, de hoop der heerlijkheid” (Kolossensen 1:27).

Lezen: 2 Korinthe 1:20-22