1 Korinthe 12:18
Maar nu heeft God de leden gezet, een ieder van dezelve in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft.
Gelovigen vormen met elkaar één Lichaam, waarvan Christus het Hoofd is; dat hebben we gisteren mogen lezen. Het Lichaam van Christus is geen dood “ding”, maar een levend “organisme”, zoals een plant of een dier of een mens dat zijn. Een organisme moet je dus niet verwarren met een organisatie. Organisaties zijn verenigingen, clubs of bedrijven waar mensen de dienst uitmaken en aan elkaar taken toebedelen. Nu is het zo, dat in een lichaam de lichaamsdelen of organen niet dezelfde taak hebben. Dat kan ook niet, het zou een groot zooitje worden! Elk lichaamsdeel heeft zijn eigen specifieke werking. In Romeinen 12:4, 5 lezen wij: “Want gelijk wij in een lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben; alzo zijn wij velen één lichaam in Christus,…”.
Christus heeft aan de gelovigen gaven gegeven, zoals dat heet. Dat wil zeggen dat elke gelovige als radertje in het Lichaam van Christus meedraait, ten behoeve van het Lichaam. In 1 Korinthe 12:28 staat: “En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen”.
Niet iedere gelovige zal een spreker zijn of een leraar, daarom staat er ook: sommigen. Andere gelovigen hebben de gave om een luisterend oor te hebben naar hun broeder of zuster, of een helpende hand te bieden en noem maar op. Daarom staat er in vers 29 van 1 Korinthe 12: “Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen krachten?” Nee, dat is dus niet zo, maar wat wel belangrijk is dat alle genadegaven komen van de Geest van God en niet van mensen die jou een plekje willen aanwijzen in het Lichaam! (Of je een cursus willen laten volgen).
1 Korinthe 12:4-6
(4) En er is verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest; (5) En er is verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere; (6) En er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.