15 augustus


Gods Woord zegt van Christus onze Hogepriester: “Die …. hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden. En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden” (Hebreeën 5:8-9). Als Mens was Hij de volkomen Gehoorzame. Als God moet ieder voor Hem buigen. Hij heeft op aarde in volkomen gehoorzaamheid aan Zijn God geleefd. Hij was de eerste en ook de enige Mens die God heeft kunnen behagen. Hij was gehoorzaam tot de dood des kruises. Zo werd Hij voor ons die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwige zaligheid. Hij is door God begroet als Hogepriester (Hebreeën 5:10 Voorhoeve vert.). “Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde. Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd” (Hebreeën 4:15-16).
Hij, onze Hogepriester, heeft onder ons geleefd en gewandeld. Hij kent het leven met zijn moeite, verdriet en pijn. Hij weet wat het is niet begrepen te worden, versmaad te worden of eenzaam te zijn. Hij heeft echter in volmaakte afhankelijkheid van Zijn God en Vader geleefd en alles wat Hem deerde in Gods hand gegeven. Zijn leven was een volmaakt geloofsleven, dat uitliep op de dood des kruises. Hij is onze Naaste geworden, Hij heeft Zich met ons vereenzelvigd. Alleen Hij kan een barmhartig en getrouw Hogepriester zijn (Hebreeën 2:17). In en door Hem is voor ons bij de troon der genade altijd barmhartigheid, hulp en genade in overvloed. Hoe heeft God in Zijn liefde alles voor ons in orde gemaakt, zodat wij in stil vertrouwen het geloofsleven kunnen beleven!

Lezen: Hebreeën 4:14-16