God is Waarachtig. Dat is de kern van Zijn Wezen.
Romeinen 3:4
Doch God zij waarachtig, maar alle (elk) mens is leugenachtig.
Waarheid en leugen staan tegenover elkaar. De Bijbel zegt, dat God niet liegen kan. Dat lezen we in Numeri 23:19: “God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?”
Wat Hij zegt is Waarheid, want Hij heeft en is de Waarheid.
Gods tegenstander -de satan- is dé leugenaar. Dat lezen we in Johannes 8:44, waar Jezus tot de joden zei: “Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader van de leugen.”
De satan is niet in de waarheid staande gebleven, want er is in hem geen waarheid meer. Hij spreekt alleen de leugen, want hij is in zijn wezen leugenachtig. In Romeinen 1:18b lezen we: “… mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden”. De goddeloze mensen willen de waarheid niet kennen; zij houden die waarheid onder de tafel. Zij hebben de Waarheid Gods veranderd (lees: vervangen) door de leugen, en het schepsel geëerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid (Romeinen 1:25).
Wij zouden de Waarheid geloven. Jezus zegt: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.” (Johannes 14:6). Hij is de ware levende Weg tot God. Wie in Christus Jezus gelooft, krijgt deel aan de Waarheid, aan Gods Wezen. Paulus zegt tot de gelovigen: “Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een ieder met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden.” (Éfeze 4:25).
Gelovigen zijn elkaars naasten. Zij zouden met elkaar (over) de Waarheid spreken. Zij zijn leden van hetzelfde Lichaam. Zij zijn verbonden met Jezus Christus, Die de Waarheid is.