25 juni


Gods Woord zegt in Hebreeën 11:7 dat Noach door het geloof eerbiedig (NBG) de ark heeft toebereid en dat hij door dat geloof de wereld heeft veroordeeld. In Genesis 6:9 lezen we, dat Noach onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en oprecht man in zijne geslachten was en met God wandelde.
In die tijd was de aarde verdorven voor Gods aangezicht en vol geweldenarij. Er waren reuzen op aarde, geboren uit gemeenschap met engelen. Zo heeft satan geprobeerd het geslacht der mensen te verderven. God heeft aan Noach opdracht gegeven een ark te bouwen, want er zou een zondvloed komen. Noach geloofde God en heeft 120 jaar lang aan de ark gebouwd. Zijn geloof heeft de wereld van toen veroordeeld. Zij hoorden zijn woorden en zagen zijn werken, doch niemand wilde luisteren. Noachs geloof was een beschuldiging en een veroordeling voor een ieder die met hem in aanraking kwam.

Noach is als man van geloof een type van de Heer Jezus Christus. Ook Hij heeft in volkomen geloofsgehoorzaamheid door de werken Zijns Vaders Die Hij deed, getuigd van Zijn geloof. “Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem”, heeft de Heer gezegd (Johannes 10:38). En Jezus zeide: “Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden” (Johannes 9:39). Zijn geloof was een beschuldiging en een veroordeling voor een ieder die niet wenste te geloven.

Zo is het nog. Als wij leven door geloof, als wij het Christusleven openbaar maken, is dit een veroordeling voor hen die dat niet doen of niet willen doen. God heeft Noach bewaard, zodat hij de ark heeft kunnen bouwen. God heeft Zijn Zoon bewaard in de talloze aanslagen op Hem gedaan, zodat Hij Zijn werk heeft kunnen volbrengen.
In Christus onze Heer staan wij, kinderen Gods, altijd onder de bescherming van onze God en Vader, ook als wij het in de wereld moeilijk hebben om Christus wil.

Lezen: Genesis 6:4-14