18 juni


In Lukas 4:1-13 lezen we, hoe de Heer Jezus, vol van de Heilige Geest zijnde, door die Geest in de woestijn geleid werd om 40 dagen door de duivel verzocht te worden. In Efeze 6:16 en 17 zegt Gods Woord: “Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord”.
Onze Heiland heeft het Woord als zwaard des Geestes en het schild des geloofs ter hand genomen, toen de boze Hem verzocht. Hij had met één woord van stenen brood kunnen maken, maar, hoewel Hij na 40 dagen vasten, honger had, wilde Hij niets doen buiten Zijn Vader om. Hij had een volkomen geloof, Hij zou wachten tot Zijn Vader zou zorgen. Ook bij de volgende verzoekingen heeft de Heer het zwaard des Geestes, Gods Woord, gehanteerd (Lukas 4:8 en 12). Zoals goud beproefd wordt, zo is Jezus Christus, Gods Zoon, beproefd en het is gebleken, dat Hij van het zuiverste goud was.
Welk een Heiland heeft God ons geschonken in Christus Jezus, Zijn geliefde Zoon! Hij, de Zoon des mensen, was mens als wij, uitgezonderd de zonde. Hij heeft door geloof geleefd en Zich in alle omstandigheden aan Gods Woord gehouden. Hij heeft Zichzelf ontledigd, dat is Zijn goddelijke macht terzijde gezet en de gestalte van een dienstknecht aangenomen (Filippensen 2:7-8). Niet als een dienstknecht van mensen, doch als Gods dienstknecht.
Zijn leven door geloof, Zijn gehoorzaamheid tot de dood des kruises, heeft God volkomen behaagd en Hem genoegdoening gegeven voor de smaad Hem door de zonde aangedaan. Jezus Christus is nu de opgestane Heer en heeft Zich na de reinigmaking der zonden te weeg gebracht te hebben, gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste, zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen geërfd heeft (Hebreeën 1:3-4).

Lezen: Lukas 4:1-13