Onze God en Vader is de Vader der barmhartigheden, Hij is ook de God aller vertroosting (2 Korinthe 1:3). Hij is de God ALLER vertroosting. Hij is Goddelijk volmaakt in Zijn liefde. Hij is Goddelijk volmaakt in Zijn vertroosting. Welk een openbaring van Goddelijke gerechtigheid en liefde was er nodig om ons te kunnen vertroosten. Het is uitsluitend in en door Jezus Christus onze Heer, dat Hij de God aller vertroosting voor ons kan zijn. “En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade” (2 Thessalonicensen 2:16).
In Christus ontvingen we EEUWIGE troost. Het is Gods wonderbare genade, die ons deze eeuwige troost en goede hoop heeft geschonken. Er is geen enkele verdienste van onze kant, het is alles alleen genade om Christus wil. Onze Vader kent Zijn kinderen ieder persoonlijk door en door. Wij die leven in en met Jezus Christus onze Heiland, mogen altijd vrijmoedig tot God als Vader gaan. Hij kent onze weg, ons hart, onze zorgen. Hij troost en bemoedigt ons door Zijn Geest en door Zijn Woord, als ons pad moeilijk en zwaar is. Hij sterkt onze harten om te leven naar Zijn welbehagen, onder welke omstandigheid dan ook. Hij schonk ons de Heilige Geest, de Trooster (Johannes 15:26), Die ons steeds weer wijst op Gods liefde en trouw en Die onze Heiland en Heer grootmaakt, Hem doet kennen en liefhebben.
Hij is voor ons de God aller vertroosting, onze liefdevolle Vader in Christus. Hij omringt ons met Zijn liefde en staat altijd klaar om te vertroosten en te bemoedigen. Zulk een Vader hebben wij in en door onze dierbare Heiland, Jezus Christus onze Heer.
Lezen: 2 Thessalonicensen 2:16-17