17 mei


Toen Petrus tot de Heer Jezus zei: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God”, antwoordde de Heer: “Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Mattheüs 16:15-17).
Gij zijt DE Christus, de Zoon van de levende God, dit erkennen is het enige waar het voor de mens op aan komt. Vlees en bloed, dat is: “een mens” kan ons dit niet openbaren, want het IS een openbaring voor iemand Hem te erkennen als De Christus. Het betekent een radicale omkeer in zijn leven. Het is erkennen dat zijn toestand absoluut hopeloos is en hij volkomen gefaald heeft ten opzichte van God. Het is erkennen dat er maar één mogelijkheid tot redding is en die is: “In Jezus Christus geloven als zijn Verlosser en Zaligmaker”. Jezus Christus Die Zich zo diep heeft vernederd om het werk der verlossing tot stand te kunnen brengen en die nu uitermate verhoogd is. Hem erkennen als de Christus betekent dat we erkennen, dat dit grote werk der verlossing noodzakelijk was om de mens te redden en dat God door dit werk volkomen gerechtvaardigd is en algehele genoegdoening heeft ontvangen. Het bewijs hiervan is dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood. Geloven in die Heer, Die de Opstanding en het Leven is (Johannes 11:25), geloven in de Christus Gods, kan alleen Gods Geest in ons bewerken. Hij wil dat graag doen als wij bereid zijn onze tegenstand op te geven.

Er wordt veel over “Jezus” gesproken en geschreven in de wereld en in het christendom. Zolang men zich niet in gehoorzaamheid wil buigen voor Gods woord en Jezus Christus erkennen als DE Christus Gods, is dit alles waardeloos. Hem erkennen als de Christus, de Zoon van de levende God is een zaak van eeuwig leven of eeuwige dood.

Lezen: Mattheüs 16:13-17