16 mei


“Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd” (1 Timotheüs 2:5-6).
God wijst in Zijn Woord steeds op Jezus Christus Zijn Zoon. Hij is de enige in en door Wie God met ons en wij met God in contact kunnen komen. Er is geen andere mogelijkheid om behouden te worden, er is ook geen andere mogelijkheid om Gode te behagen dan via de Middelaar Jezus Christus.
De Mens Jezus Christus heeft Zich gegeven tot rantsoen voor allen. Het werk dat Hij, Gods Zoon en Zoon des mensen, heeft volbracht is zo volmaakt en algenoegzaam, het heeft zulk een grote en eeuwige waarde. God, de Heilige, kan nu elk mens hoe slecht ook, Zijn liefde en genade aanbieden door die Middelaar Gods, Jezus Christus. Ieder mens, hoe goed hij ook is in eigen oog of in de ogen van zijn medemensen, is in Gods oog reddeloos verloren in zonde en dood. De enige mogelijkheid voor deze verloren mens om te worden verlost en verheven te worden tot de status van kind van God, is geloven in Jezus Christus, de opgestane Heer. God geloven op Zijn Woord, dat Christus de losprijs ten volle betaald heeft. Ook voor ons, die in Hem geloven, is en blijft Hij de enige Middelaar. Wij kunnen Gode slechts behagen in en door Christus. We hebben ook niemand of niets anders nodig om tot God de Vader te kunnen gaan. Geen kerk, geen priester, geen godsdienst.

Het nieuwe leven dat God ons gegeven heeft, toen we gelovig werden, moet geheel en al en uitsluitend gericht zijn op Jezus Christus onze Heer. Het is Zijn leven dat Gods Geest in ons wil leven. Alleen in en door Jezus Christus, de Middelaar, kunnen we ieder persoonlijk en rechtstreeks in gemeenschap met God onze Vader en met Jezus Christus onze Heiland leven.

Lezen: 1 Timotheüs 2:5-7