19 april


Het is de bedoeling dat Gods Geest in ons bewerkt dat wij, die het eigendom zijn van onze Heer Jezus Christus, de opgestane Heer, GODE vruchten zouden dragen (Romeinen 7:4). Daarom zegt de Heer Jezus in Johannes 15:1: “Mijn Vader is de Landman”. Hij snoeit de ranken of snijdt ze weg.

Wij gelovigen willen zo graag ons best doen om vrucht te dragen. Velen denken dat ze allerlei goed werk voor de Heer moeten doen. Het is moeilijk voor hen te geloven wat de Heer Jezus zegt: “Die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht” (Johannes 15:5). Niets anders doen dan, als een rank in de wijnstok, in onze Heiland blijven. Het betekent: jezelf geheel uitschakelen en alles van Hem verwachten. Alleen in en door Hem leven. Hem Heer en Meester van je hart maken.
Als zo Christus ons leven is geworden, groeit de vrucht vanzelf. Christus woont dan door Zijn Geest in ons en Zijn Geest bewerkt in ons de vrucht. Als wij door de Geest wandelen, volbrengen wij NIET de begeerlijkheden van het vlees (Galaten 5:16). Dan leven we niet naar eigen smaak, dan volgen we niet onze eigen wil en gedachten, maar we hebben het verlangen HEM welbehagelijk te zijn en ZIJN weg te gaan.
“Maar de vrucht des Geestes is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid” (Galaten 5:22).
Als wij in Christus blijven dragen we vrucht. Dit vruchtdragen is aangenaam voor God, onze Vader, en heeft alleen voor Hem waarde omdat het is in en door Zijn Zoon. Christus is Gods vreugde, Gods Geliefde en uitsluitend in en door Hem kunnen ook wij Gods vreugde en Gods geliefden zijn. Het werk van Gods Geest in ons is in de eerste plaats gericht op God. De invloed die hiervan uitgaat op onze omgeving zal altijd ten goede zijn.

Lezen: Kolossensen 1:9-10