Het is zo belangrijk voor een kind van God, dat hij het goed verstaat wat het betekent volkomen rechtvaardig te staan voor een heilig God. Onze rechtvaardigmaking is het fundament van het geloofsleven. Als we dit goed begrijpen, zal er nooit enige twijfel in ons kunnen ontstaan omtrent onze eeuwige behoudenis. God de Heilige is de Gerechtigheid in Persoon. Hij kan nooit anders zijn dan rechtvaardig. Hij kan ook geen omgang hebben met iemand die niet even heilig en rechtvaardig is als Hij.
Als we dit goed op ons laten inwerken, wordt het ons volkomen duidelijk dat er geen sterveling is die voor Zijn aangezicht kan staan. We zeggen dan volmondig amen op Zijn oordeel: “Er is NIEMAND die goed doet”. Echter, God de Heilige, de Gerechtige, is ook de LIEFDE in Persoon. Hij wilde de mens Zijn liefde bewijzen, maar omdat Hij de Gerechtigheid Zelve is, moet Zijn liefde een volkomen rechtvaardige grondslag hebben. Hij gaf Zichzelf in de Zoon Zijner liefde. Wie kan die liefde peilen? Jezus Christus, in de gestaltenis Gods zijnde, is mens geworden (Filippensen 2:6-7). Hij heeft door Zijn leven, Zijn lijden en Zijn dood Gods gerechtigheid laten triomferen. Zijn opstanding is het bewijs dat aan het recht Gods volkomen is voldaan.
Het is alles buiten de mens om geschied. Wij, die geloven, zijn om NIET gerechtvaardigd uit Zijn genade door de verlossing in Christus Jezus (Romeinen 3:24). Om niet, zonder enige verdienste onzerzijds, zonder dat er iets in ons was wat voor God enige waarde had. Deze wondere blijde boodschap is voor een ieder die gelooft, gelooft in Jezus Christus de Zaligmaker. Ons behoud is zeker en vast! Het ligt vast in Jezus Christus Die onze rechtvaardigheid is. Hij is opgewekt om onze rechtvaardigmaking (Romeinen 3:25). God Zelf is het Die ons in Christus heeft gerechtvaardigd, wie zal ons veroordelen? (Romeinen 8:33).
Lezen: Romeinen 5:1 en 7-9.