Aan het feit dat wij IN Christus heilig en onberispelijk zijn in de ogen van de heilige God kan nooit iets veranderen. Al zou onze wandel niet in overeenstemming zijn met deze verheven positie die wij in onze Heer hebben, wij blijven IN HEM heilig en onberispelijk. Betekent dit dat wij er dus maar op los kunnen leven? Paulus stelt deze vraag ook in Romeinen 6:15. Hij heeft vastgesteld dat wij, nu wij in Christus zijn, onder de genade leven en niet meer onder de heerschappij van de zonde en de wet. Zullen we dan maar zondigen? Dat zij verre! antwoordt hij.
Wij zijn immers overgegaan uit het rijk van de zonde en de dood naar het rijk van de Zoon van Gods liefde! (Kolossensen 1:13-14). Jezus Christus, onze Heiland, is nu onze Heer. We leven onder de genade van onze liefdevolle God en Vader. Ons leven is met Christus verborgen in Hem (Kolossensen 3:3). Zouden we nu weer terugkeren tot de meesters van het rijk waaruit wij verlost zijn? Vele gelovigen hebben genoeg aan het feit dat zij weten door de verlossing van Jezus Christus in de hemel te komen. God is nu hun Vader en Hij zal wel helpen in moeilijke omstandigheden. Ze leven geheel of voor een groot deel precies zoals zij dat zelf prettig vinden. Ze proberen wel goed te zijn, zoals het een Christen betaamt, maar verder komen zij niet.
Gods bedoeling echter is dat wij in innige gemeenschap met Hem en met onze Heiland zullen leven. Dat het onze hartewens is om Gode welgevallig te zijn. Dat we Zijn Woord lezen opdat wij weten wat Zijn wil is ten aanzien van ons leven. Gods Geest, Die in ons woont wil deze gezindheid in ons wekken. Onze hemelse Vader liefhebben en onze Heiland, Die zo graag HEER van ons leven wil zijn! Dit zijn vruchten van het nieuwe leven dat Zijn Geest in ons zal leven als wij niet tegenwerken, maar ons gehoorzaam aan Zijn leiding toevertrouwen.
Lezen: Kolossensen 1:9-10.