31 maart


Psalm 5:12: “Maar laat verblijd zijn allen, die op U betrouwen, tot in eeuwigheid; laat hen juichen, omdat Gij hen overdekt; en laat in u van vreugde opspringen, die Uw Naam liefhebben”. Zo zongen de oudtestamentische gelovigen.

Hoeveel te meer reden tot jubelen hebben wij die in de Heer Jezus Christus geloven. De gelovigen uit het Oude Testament zagen uit naar de Messias, die hen verlossen zou. Hij was hun hoop. Wij hebben Gods onmetelijke liefde leren kennen in Zijn Zoon, onze Heer en Heiland. In Hem, Die door Zijn lijden en sterven ons heeft verlost uit de macht der duisternis, heeft Hij ons macht gegeven kinderen Gods te worden, wij die in Zijn Naam geloven (Johannes 1:12). Wij mogen als kind bij onze God en Vader schuilen en kunnen altijd jubelen omdat onze Vader ons beschermt. Hem hebben wij lief in Christus onze Heer, in Hem kunnen wij blij zijn en zingen.

De Heer Jezus sprak over de Zijnen tot Zijn God en Vader en zei tot Hem: “Maar nu kom Ik tot U, en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven” (Johannes 17:13). Dit is Zijn bedoeling, Zijn wens, dat wij blij en gelukkig zijn. Gods Geest wil dat in ons bewerken. Hoe de omstandigheden ook zullen zijn, moeilijk en zwaar of goed en prettig, Zijn blijdschap kan altijd ons hart vervullen, omdat Christus Zelf onze blijdschap en onze vrede wil zijn. Alle zorgen en moeilijkheden mogen wij bij onze hemelse Vader brengen. Zijn belofte is dat wij zullen juichen in Hem. Alleen in Hem door onze Heer Jezus Christus, want buiten Hem is geen vrede en blijdschap.

Wij hebben een Vader die ons liefheeft met een eeuwige liefde. Wij hebben een Heiland in en door Wie wij mogen leven. In Hem mogen we altijd met vrijmoedigheid tot God gaan, tot de troon der genade, waar overvloed van genade voor ons is voor welke moeilijkheid dan ook. God maakt Zijn Woord altijd waar voor een ieder die gelooft.

Lezen: 1 Petrus 1:8-9