27 maart


Op alle autowegen in de gehele beschaafde wereld is precies aangegeven wat nodig is voor de rijdende mens om zo goed en zo snel mogelijk zijn doel te kunnen bereiken. Er zijn talloze wegwijzers en ook vele waarschuwingen tegen gevaren en moeilijkheden die zich kunnen voordoen. Op dezelfde wijze heeft God de weg van ons geestelijk leven voorzien van wegwijzers en waarschuwingen.

Wij, kinderen van God, hebben de Heilige Geest ontvangen, Die ons leidt op de weg, Die ons troost en ons wijst op Jezus Christus, onze Heiland en Heer, Die ook voor ons bidt. Wij hebben de Bijbel, Gods Woord, dat ons spreekt van Gods oneindige Vaderliefde voor Zijn kinderen. Het spreekt van onze Heer Jezus Christus, Die alles voor ons wil zijn: “Onze vrede, onze blijdschap, onze rust, onze Leidsman des geloofs, ja, ons leven”. In Gods Woord vinden wij vele vermaningen en waarschuwingen. Ze zijn niet bedoeld als wetten die ons opgelegd worden, doch als wegwijzers op ons levenspad. Hoe zouden wij anders kunnen weten of wij het nieuwe leven dat Hij ons heeft gegeven, beleven? In ons woont geen goed en wij zijn altijd opnieuw geneigd om ons oude leven weer te leven.

Als wij leven in gemeenschap met onze God en Vader en onze Heiland Jezus Christus, wil Zijn Geest in ons een Gode welgevallig leven bewerken. En als de weg moeilijk en steil wordt en wij zwak zijn: “Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd” (Hebreeën 4:16). Er is voor ons altijd en voor elke situatie hulp en een overvloed van genade beschikbaar. Hoe rijk zijn wij toch in onze God en Vader en Jezus Christus, onze Heer!

Lezen: Romeinen 8:26-28