26 maart


Toen de engel des HEEREN Jozef in een droom de geboorte van de Heer Jezus aankondigde, verwees Hij naar de Schrift, waarin staat dat Zijn Naam zou zijn: “Immanuël, God met ons”. Dit was reeds ongeveer 700 jaar geleden geprofeteerd door Jesaja (Jesaja 7:14). In de grondtekst staat daar: “Een maagd zal zwanger worden”. De engel Gabriël heeft aan Maria verteld hoe het zou gaan: “De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden” (Lukas 1:35).

Immanuël, God met ons. Hij, Immanuël, is er het bewijs van dat God, de Allerhoogste, de Heilige, de mens liefheeft. Johannes 1:14 zegt: “En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond”. Het Woord is Jezus Christus, de Zoon Gods, door Wie de wereld is geschapen. Hij is Mens geworden en heeft onder de mensen gewoond. Hij, verliet Zijn heerlijkheid om de mens terug te brengen bij God. “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard” (Johannes 1:18). Jezus Christus heeft ons God doen kennen als een God van liefde en erbarming. Hijzelf is de openbaring van Gods liefde, de Immanuel. Hij is ook de openbaring van Gods gerechtigheid, want om het mogelijk te maken dat God met ons is, is Hij op Golgotha voor onze zonden gekruisigd en heeft Hij Zichzelf gegeven in de dood. De toorn van God, die op ons was, is op Hem neergekomen. Wij, die in Hem geloven, weten nu dat in Christus, de Immanuel, God ons liefheeft met een eeuwige liefde; en dat God altijd met ons is omdat Hij in Christus onze Vader werd.

Lezen: Mattheüs 1:20-23