23 maart


“De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven”, sprak de Heer Jezus in Johannes 6:63. “En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen”, zegt Gods Geest in Romeinen 8:8. God zei tot Adam, wijzende op de boom der kennis van goed en kwaad: “Ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven” (Genesis 2:17). Eigenlijk staat er: “Zult gij stervende sterven”.

God maakt Zijn Woord altijd waar. In Adam viel het gehele geslacht der mensheid en is de dood tot alle mensen doorgegaan (Romeinen 5:12). De Heilige God moest de mens uit Zijn gemeenschap stoten. Hij, wiens wezen Liefde is, heeft geheel buiten de mens om de mogelijkheid geschapen om de mens te redden. Hij gaf Zijn geliefde Zoon. Jezus Christus, Zelf God van alle eeuwigheid, trad voor de verloren mens in bij God. Christus heeft door de eeuwige Geest Zichzelf onstraffelijk opgeofferd aan God (Hebreeën 9:14). Zo heeft God in Christus het geweldige plan der verlossing volvoerd. Nu biedt God de verlossing in Christus Jezus aan als een vrije gift. Nu mogen wij de Heer Jezus door geloof aannemen als onze Zaligmaker. Gods Geest wil dit geloof in ons bewerken, als wij onze tegenstand willen opgeven. Wij, die in Hem geloven, hebben door de Heilige Geest, Die in ons woont, nieuw leven, dat is Goddelijk leven, ontvangen. Dit is geestelijk leven. Eerst waren we dood in Adam, nu zijn we levend in Christus! Wij kunnen God nimmer behagen, want ons vlees doet geen nut. In ons woont geen goed.

“De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven” (Johannes 6:63). Het is het Woord van God dat Geest en Leven is en dat ons wil leren hoe het nieuwe leven in ons openbaar kan worden.

Lezen: Hebreeën 4:12-13