15 maart


De Heer Jezus is het Brood des Levens. “Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel; maar Mijn Vader geeft u dat ware Brood uit den hemel. Want het Brood Gods is Hij, Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft” (Johannes 6:32-33).
Alleen Hij, Die Zelf de Levensvorst is, kan aan ons leven geven. Hij, God van alle eeuwigheid, is Mens geworden om de verloren mens te kunnen verlossen uit de greep van de dood. Hij heeft bewezen het Brood des Levens te zijn. Hij heeft Zich zo vereenzelvigd met de zondige mens, dat Hij tot zonde is gemaakt op het kruis van Golgotha. Hij heeft Zijn ziel uitgestort in de dood. Het bewijs dat Hij inderdaad het Brood des Levens is, is dat Hij is opgestaan uit de dood en nu zit aan Gods rechterhand in de hoogste hemelen. Hij alleen kan zeggen: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven” (Johannes 6:47). “Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven” (Johannes 6:51).

Is dat niet heerlijk? Welk een zekerheid, welk een rust. Eeuwig leven dat reeds hier op aarde ervaren wordt zodra wij in Hem geloven als onze Verlosser en Zaligmaker. Dan mogen wij ons voeden met Hem! Gods Geest, Die sinds we geloofd hebben, in ons hart woont, zal ons steeds weer wijzen op onze Heiland en Heer. Hij is geworden onze vrede, blijdschap, onze hoop. Wij zullen volkomen verzadigd worden door Hem. Wij mogen leven in en door Hem en dit leven is eeuwig. Gods Woord leert ons Hem kennen, Die voor ons het Brood des Levens is.

Lezen: Johannes 6:48-51