08 maart


“Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn” (Johannes 8:36). Welk een heerlijkheid deze vrijheid te mogen ervaren! Hoe wonderbaar groot is de liefde van Jezus Christus, onze Heiland, dat Hij Zijn eeuwige heerlijkheid heeft willen verlaten om de mens gelijk te worden. Hij, de Heilige, de eeuwige God, moest Mens worden om de mens te kunnen bevrijden uit het rijk van de dood, waarvan satan de heerser is.
Welk een dure prijs moest onze Heer betalen om ons, die in Hem geloven, vrij te kopen uit de slavernij van zonde en dood. Alleen al het feit dat Hij, de Zondeloze, in deze zondige wereld moest leven, moet voor Hem een mateloos lijden zijn geweest. Hij, de Rechtvaardige, is door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood (Handelingen 2:23). Op het kruis moest Zijn God, Wiens eer Hem alles was, Hem verlaten, omdat Hij daar voor ons tot zonde is gemaakt.

Wij kunnen deze feiten met ons verstand niet doorgronden en zullen nimmer kunnen beseffen wat het Hem gekost heeft. Christus is de opgestane Heer, Die aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge is gezeten. Hoe groot is Zijn liefde voor ons van wie niets goeds was te verwachten. Hij kocht ons voor eeuwig vrij. Vrij van satan, zonde en dood, mogen wij blijmoedig onze weg gaan, geleid door Gods Geest. Wij hebben een levende Heiland, Die ons dag in dag uit omringt met Zijn liefde en trouw. In en door Hem mogen wij God onze Vader noemen en in Zijn liefdearmen rusten!
Alleen hij, die door Christus Jezus is vrijgemaakt, is werkelijk vrij. Welk een Heiland is Hij!

Lezen: Johannes 8:34-36