07 maart


In Spreuken 29:25b staat: “Maar die op den HEERE vertrouwt, zal in een hoog vertrek gesteld worden”. In Psalm 91:1 lezen we: “Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen”.
Hoe veilig is het kind van God.

Deze Allerhoogste, deze almachtige God heeft ons ieder persoonlijk lief met een niet te doorgronden en onuitsprekelijke liefde. Niet omdat wij in onszelf enige waarde hebben voor Hem, doch om Christus Jezus wil. Om der wille van Christus, onze dierbare Heiland en Verlosser, die voor ons tot zonde gemaakt werd (2 Korinthe 5:21), die ons verlost heeft door Zijn kostbaar bloed (1 Petrus 1:18-19), door Wiens verlossing wij gerechtvaardigd zijn (Romeinen 3:24). In Hem zijn wij voor eeuwig omsloten door Gods liefdearmen. In Hem schuilen wij in de schuilplaats des Allerhoogsten.
Wat kan ons ooit deren? Wie op Hem vertrouwt is onaantastbaar (NBG vertaling), want er is niemand hoger en machtiger dan Hij. Niemand, ook de boze met al zijn machten niet, kan ons uit Zijn hand rukken (Johannes 10:29). Het is onmogelijk, omdat wij opgesloten zijn in Christus Jezus, onze Heer. In Hem zijn wij veilig, in Hem zijn wij geliefde kinderen Gods. In dat geloof mogen wij wandelen in en door Hem. Christus het roer van ons levensschip geheel en al in handen geven, ons in Zijn liefde verlustigen. Wij mogen als kinderen in het huis van onze hemelse Vader verkeren. Zo leren leven door geloof, maakt ons los van de omstandigheden, maakt dat we rustig vernachten in de schaduw des Almachtigen.

Romeinen 8:32 zegt: “Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” Is er een groter, geweldiger liefde denkbaar dan Gods liefde in Christus Jezus, onze Heer?
Welk een wonderbare genade is het als kind van zulk een God door geloof te mogen leven!

Lezen: Romeinen 8:31-39