16 februari


Christus Jezus is het Hoofd van de gehele schepping en het Middel­punt van het ganse heelal.
“Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem” (Kolossenzen 1:16-17).
ALLE knie zal zich eenmaal voor Hem buigen. Hij is ook het hoofd van het Lichaam, de Gemeente.

Wie vindt er woorden om de grootheid en verhevenheid van Christus en Zijn Gemeente uit te drukken? Het is een wonderlijke, onverbreke­lijke, geestelijke eenheid.

Satan, Gods grote tegenstander, doet al bijna 2000 jaar zijn best de Gemeente van Christus te kleineren en, als het kon, te vernietigen. Het is hem wonderwel gelukt om de gelovigen zover te krijgen dat zij zich niet uitsluitend bezig houden met Christus hun Heer, met Wie zij door geloof zo innig verbonden zijn. Hem te kennen, in en door Hem te leven, is het enige wat voor God waarde heeft.
De meeste kinderen Gods zijn bezig met allerlei christelijk werk en het organiseren van hun kerk, kring of groep en hun erediensten, dogma’s en plechtigheden. Het streelt hun godsdienstig gevoel en geeft hen bevrediging.
Echter, buiten Christus en Zijn Gemeente is er niets wat ook maar enige eeuwigheidswaarde heeft. God wijst ons in Zijn kostbaar Woord voortdurend en uitsluitend op Zijn Zoon, Christus Jezus, het BEGIN en het EINDE. God ziet alleen zij die door geloof met Christus zijn verbonden. Alleen zij vormen met elkaar die geestelijke eenheid: “De Gemeente”. Het geloofsleven behoort uitsluitend gericht te zijn op de Persoon Christus Jezus.

Lezen: Éfeze 1:17-23