04 februari


Hoe onuitsprekelijk groot is Gods liefde! Zij is met ons verstand niet te bevatten. Hij, de Eeuwige, de Almachtige God, heeft Zichzelf gegeven in Zijn Zoon.

De Here Jezus heeft Zijn eeuwige heerlijkheid verlaten en heeft vlees en bloed aangenomen. Hij kwam op deze zondige, vervloekte aarde om te leven in volkomen gehoorzaamheid aan Zijn God. Hij heeft God liefgehad met heel Zijn Wezen en Zijn gehele leven was gericht op de eer van Zijn God.
Hij heeft het volmaakte leven des geloofs geleefd. Hij is gehoorzaam geweest tot de dood des kruises (Filippensen 2:8). Daar op het kruis moest Zijn God Hem verlaten. Toen Hij, het vol­maakte Lam Gods, op het kruis voor ons tot zonde gemaakt werd, moest God Hem oordelen. Hij werd verlaten door Zijn God zonder Wie Hij niet kon leven. Dit heeft Zijn hart gebroken (Psalm 69:21).

In Psalm 22:1-22 laat Gods Geest ons iets zien van wat Hij voor ons heeft geleden.
Wij, die in Hem geloven, kunnen niet anders dan ons in aanbidding neerbuigen voor onze Heiland, Die ons liefheeft met een eeuwige liefde. Hij werd voor ons door God verlaten, opdat wij voor eeuwig met God verbonden zouden zijn.
Een kind van God is nu nooit meer alleen.

“Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:31-32).

Lezen: Psalm 22:1-22