15 januari


Men zegt dikwijls: “Ik leef goed volgens eer en geweten, geef ieder het zijne en help waar ik helpen kan”. “Ik geloof wel in God en Hij zal het wel goed met mij maken, want God is liefde”.

Het laatste is inderdaad waar. Zijn liefde is onuitsprekelijk groot, zo groot, dat Hij alles heeft gegeven om het mogelijk te maken ons Zijn liefde te bewijzen. God is heilig en rechtvaardig en het is onmogelijk voor Hem met zondaars om te gaan. Al zijn we nog zo goed, in Adam zijn wij geboren zondaars en God kan geen enkele zonde door de vingers zien.
Het bewijs van Zijn liefde voor ons is, dat Hij zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, in de wereld heeft gezonden om het rechtvaardig oordeel Gods over de zonde te dragen.

God vraagt nu niet van ons om ons best te doen goed te leven, maar om te geloven in de Zoon Zijner liefde. Hem te aanvaarden als Verlosser en Zaligmaker. Op het ogenblik dat wij dat doen maakt Hij ons tot Zijn eigen kind en geeft ons Zijn Geest als Leidsman in dit leven.

Lezen: Johannes 3:34-36