11 januari


Romeinen 15:4
Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.

Gods Woord is praktisch
De apostel Paulus zegt dat de woorden van de Schriften zijn opgeschreven voor onze lering. Vanuit het Grieks kunnen we zien dat God met het laten opschrijven van de Schrift al het doel had daarmee de gelovigen van latere tijden te onderwijzen. Maar wat houdt die onderwijzing, die lering, dat onderricht, precies in? De onderwijzing houdt in dat de gelovigen aan de hand van bijvoorbeeld de voorbeelden uit het Oude Testament (letterlijk: “Door toedoen van de volharding en de vertroosting der Schriften”), zullen blijven hopen.

Hier worden de woorden “volharding” en “vertroosting” gebruikt. Dit laat ons weten dat het volgen van de Heere Jezus inderdaad die volharding en vertroosting nodig heeft. Als kind van God moet je kunnen standhouden en verdragen. Soms uit zich dit in een geduldig verwachten, andere keren moet je meer actief het hoofd bieden aan de omstandigheden. Wij kunnen dit alleen maar in ons leven waarmaken als we ons geloof en vertrouwen op Gods Woord hebben gesteld.

Een prachtige praktische uitwerking van de Schrift is dat het vertroost. Vanuit het Woord van God mogen we elke dag bemoedigd worden. Daarbij mogen we ons ook realiseren dat situaties of gebeurtenissen vertroosting kunnen brengen.

Mag Gods Woord mij zo veranderen dat ik anderen mag bemoedigen en vertroosten.