01 december


1 december

“Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft
Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt
niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven”
(Johannes 5:24).
Hoe wonderbaar eenvoudig is het evangelie van God. Het is luisteren
naar Zijn Woord, geloven wat God ons door Zijn Woord aangaande
Zijn Zoon heeft verkondigd.
Het evangelie van God is het evangelie aangaande Zijn Zoon, Jezus
Christus, de opgestane Heer (Romeinen 1:1-4).
Wie dit evangelie Gods gelooft, heeft eeuwig leven. Hij komt niet in
het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven. Het werk
dat Jezus Christus voor ons heeft volbracht, is zo volkomen af, zo
volmaakt.
Voor de mens is er niets meer overgebleven om te doen. Met zijn hart
geloven, dat Gods evangelie aangaande Zijn Zoon waar is, dat Jezus
Christus ook voor hem persoonlijk het werk der verlossing heeft
volbracht, brengt de mens van de eeuwige dood in het eeuwige leven.
Het maakt hem van verloren zondaar tot een kind van God. Een kind
van die grote, heilige, rechtvaardige God!
Dit geweldig grote wonder is mogelijk, doordat Jezus Christus
volkomen aan al het recht Gods heeft voldaan. God kan nu een ieder,
die in Christus gelooft, rechtvaardig verklaren in Hem.
Alleen Jezus Christus heeft dit werk kunnen volbrengen. Hij was de
volmaakt rechtvaardige, de Smetteloze, in Wie God al Zijn
welbehagen had.
Hij alleen kon, als de Zoon des mensen, het oordeel Gods over de
zonde ondergaan. Hij droeg dit oordeel in volmaakte eenswillendheid
met Zijn God en zuiverde zo de Naam van God van de smaad Hem
door de zonde aangedaan. Hoe zeker kan ieder kind van God van de
verlossing zijn! Deze ligt uitsluitend vast in Jezus Christus. In Hem
schonk God ons eeuwig leven, dat nieuw leven is, opdat wij dit door
geloof zouden leven. Welk een zaligheid ontvingen wij in Christus
onze Heer!

Lezen: Johannes 5:22-26