25 november


25 november

"Ik ben de man, die ellende gezien heeft door de roede Zijner
verbolgenheid. Hij heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en
niet in het licht. Hij heeft Zich immers tegen mij gewend, Hij heeft
Zijn hand den gansen dag veranderd", klaagt Jeremia in zijn
Klaagliederen 3:1-3.
Er is Iemand geweest aan Wie deze woorden voor de volle 100% zijn
bewaarheid.
Jezus Christus, Gods Zoon, Die Zijn heerlijkheid heeft verlaten om
mens te worden. Hij, de Heilige, de Zondeloze, kwam in deze wereld
waar zonde en dood de heerschappij voeren.
In deze wereld, wier overste de satan is. Gods Zoon heeft ellende
gezien door de roede van Gods verbolgenheid, want God heeft ons
aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen (Jesaja 53:6).
Hem heeft God doen gaan in duisternis en donkerte. Toen Hij, de
Levensvorst, op het kruis het oordeel Gods droeg en Hij door Zijn
God werd verlaten omdat Hij tot zonde was gemaakt, is Zijn hart
gebroken en ging Hij in de dood (2 Korinthe 5:21, Psalm 69:21).
Hij heeft Zijn ziel uitgestort in de dood (Jesaja 53:12). Wie kan Zijn
lijden in het rijk van de boze en zijn trawanten verstaan? Hij heeft
voor allen de dood gesmaakt (Hebreeën 2:9).
Thans echter is Hij met eer en heerlijkheid gekroond. God heeft Hem
opgewekt en Hem gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de
hoogste (Hebreeën 1:3). Welk een Heiland is Hij!
Hij heeft volkomen aan al het recht Gods voldaan en is nu zeer
verheven. Hoe kunnen wij ooit Zijn liefde peilen?
Gods liefde, geopenbaard in Christus Jezus!
Zijn werk der verlossing is zo volkomen, zo allesomvattend. Een
ieder die in Hem gelooft, is in Christus Jezus voor de heilige God,
heilig en onberispelijk voor eeuwig (Efeze 1:4).
In Christus een nieuwe schepping geworden (2 Korinthe 5:17-19)
mogen wij in nieuwheid des levens wandelen, geleid door Gods
Geest. Moge het ook voor ons waarheid zijn: "Ik ben met Christus
gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en
hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons
van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij
overgegeven heeft" (Galaten 2:20).
Lezen: Psalm 69:1-5, 21-22