20 november


20 november

De natuurlijke mens heeft geen belangstelling voor het wezen van
Gods liefde, omdat deze liefde is gegrond op gerechtigheid.
Zodra de mens zijn hoofd buigt voor Gods liefde en Zijn liefde
aanvaardt, houdt dat in, dat hij erkent een zondaar te zijn, die
gebonden ligt in de macht van satan en dood en dat hij Jezus Christus
nodig heeft als Verlosser en Zaligmaker. Hij gelooft dan het
getuigenis van God aangaande Zijn Zoon.
Gods Geest wil de mens overtuigen van zonde en van gerechtigheid
en van oordeel (Johannes 16:8).
Als de mens zich laat overtuigen, zal hij Gods grote liefde in Christus
zien. Zijn liefde die hem de eeuwige zaligheid in Christus aanbiedt
uit louter genade. Gelovend in Christus mag hij zich verlustigen in
die Goddelijke liefde.
Hoe meer wij, die kinderen Gods zijn, onze Heer en Heiland leren
kennen, hoe meer onze harten vervuld worden met dank en
aanbidding voor deze onpeilbare Goddelijke liefde. God heeft door
Zijn Heilige Geest Zijn liefde in ons hart uitgestort (Romeinen 5:5).
Het is deze liefde die ons naar Christus toe doet groeien, als wij ons
aan de waarheid, dat is Gods Woord houden (Efeze 4:15), als wij niet
meer voor onszelf leven, doch Christus ons leven is.
De wereld verstaat niets van deze liefde. Zij ziet ze niet eens. Ook
vele gelovigen, die het leven door geloof in en door Christus niet
verstaan, zien het niet en missen de blijdschap en vrede van Zijn
liefde. "Blijft in deze Mijn liefde", zei de Heer tot de Zijnen
(Johannes 15:9).
Wij in Zijn liefde en Zijn liefde in ons!
Dan smaken we dat wonderbare leven, dat met Christus is verborgen
in God (Kolossensen 3:3).
Al ziet onze omgeving het niet, wij weten
dat leven in en door onze Heer is tot eer van God, de Vader, en alleen
dat is belangrijk.
Lezen: Johannes 14:15-21