11 november


Wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren. Dat wat niets is. (1 Korinthe 1:27-28).
Hoe wonderbaar is onze God. De wereld verstaat het niet. Zij heeft alleen maar belang bij sterke mensen, die wat kunnen betekenen voor de maatschappij. Voor het kind van God, dat uit geloof leeft, zijn deze woorden uit de Bijbel heerlijke werkelijkheid.
Wij hebben het er soms moeilijk mee, dat we ons vaak openbaren als kleine, zwakke kinderen, niettegenstaande het feit, dat we zulk een grote, machtige God als Vader hebben. Zulk een liefdevolle Vader! Juist omdat Hij ons liefheeft, heeft Hij ons Zijn Zoon gegeven. Deze Zoon, Die alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht en die is gezeten aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste, zoveel treffelijker geworden dan de engelen! (Hebreeën 1:3-4). Niet alleen heeft Hij ons verlost uit de macht van zonde, dood en satan, zodat we nu in Hem kinderen Gods zijn. Deze machtige Heer, in Wie wij Gods heiligen en beminden zijn, is ook voor ons geloofsleven de kracht, de Bron, waaruit dat leven voortkomt. Hoe zwakker wij in onszelf zijn, hoe meer onze Heer onze sterkte kan zijn.
“Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave” (2 Korinthe 9:15). Deze onuitsprekelijk Gave is Christus Jezus, onze dierbare Heiland! God heeft niet méér aan ons kunnen geven. Hij gaf in Zijn Zoon ALLES wat Hij kon geven. Deze Heiland is onze Troost, onze Sterkte. Juist omdat wij zwak zijn en onze schat in aarden vaten bezitten (2 Korinthe 4:7), wil HIJ onze sterkte zijn. IN Hem hebben wij de troon der genade gekregen, waarheen we altijd met vrijmoedigheid mogen gaan om genade en hulp (Hebreeën 4:15-16).

Hoe wonderbaar heeft onze hemelse Vader in Zijn oneindige liefde voor ons gezorgd. Wij behoeven slechts in en door Christus te leven, geleid door Gods Geest. Wij zijn zwak in onszelf, maar ons geldt: “Wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte ZIJNER macht” (Éfeze 6:10). Zo mogen we onze zwakke handen leggen in Vaders sterke hand en vol vertrouwen de weg door het leven gaan met een hart vol vrede en blijdschap in Christus, onze Heiland.
Lezen: 1 Korinthe 1:27-31