11 oktober


In Kolossenzen 3 spreekt Gods Geest tot de gelovigen over het nieuwe leven. Vers 1 zegt: “Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods”. “Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons léven is…” (vers 3-4). In Kolossenzen 2:12 (NBG) lezen we: “In Hem zijt gij ook mede opgewekt …”.
Welnu, omdat dit zo is, zoek dan de dingen die Boven zijn. Láát CHRISTUS dan ook ons leven zijn. Láten we zo door Gods Geest het nieuwe leven door geloof leven, het leven dat met Christus is verborgen in God. Naarmate Gods Geest dit nieuwe leven in ons kan doen groeien en bloeien, zullen wij “onze leden, die op de aarde zijn, doden” (vers 5). Dan doen wij weg: toorn, kwaadheid, enz. en liegen we niet meer tegen elkander, omdat we de oude mens met zijn praktijken afgelegd hebben en de nieuwe mens hebben aangedaan, die vernieuwd wordt (vers 5-10).
Wij moeten deze Goddelijke volgorde niet omkeren. Niet eerst de leden, die op de aarde zijn, doden en onze oude mens gaan afleggen om tot nieuw leven te komen. Dit zou op een mislukking uitlopen. De verzen 5-10 zijn een gevolg van vers 4: “Christus Die ons léven is”. Nieuw leven, dat Christus-leven is, verdringt het oude leven, zoals een beukenhaag zijn dorre bladeren pas laat vallen als de nieuwe loten tevoorschijn komen. De nieuwe mens in ons verhindert door Gods Geest de ontplooiing van de oude mens. Nieuw leven, de nieuwe mens in ons, WORDT vernieuwd (vers 10). Dit is het werk van Gods Geest en heeft tot doel: “Alles en in allen is Christus” (vers 11). “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God VOORBEREID heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen” (Éfeze 2:10). Ons volkomen verliezend in de werken die God voor ons heeft bereid. De verzen 12 en volgenden van Kolossenzen 3 zijn wegwijzers voor deze wandel.
Lezen: Kolossenzen 3