02 oktober


“De Heere is nabij. Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus” (Filippensen 4:5-7). Deze woorden drukken op zulk een duidelijke wijze uit met welk een grote en trouwe liefde en zorg onze hemelse Vader ons omringt. Wij zijn inderdaad in Christus, onze Heer, Gods GELIEFDE kinderen.
“De Heere is nabij. Weest in geen ding bezorgd”. Het is of de Heer zeggen wil: “Vertrouw maar op Mij, Ik draag je door het leven heen”. Hij wil graag, dat wij zo in Zijn gemeenschap leven. “Laat uw begeerten in ALLES, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God”. Het is niet, omdat Hij onze noden, onze blijdschap of droefheid niet kent, maar opdat wij deze dingen bij HEM zullen brengen. De Heer Jezus heeft gezegd: “Want uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt” (Mattheüs 6:8). Ons gebed en onze dankzegging zijn echter uitingen van onze diepe afhankelijkheid in Hem. Zij zijn de polsslag van ons geloofsleven.
Alles met onze hemelse Vader en onze Heiland bespreken. In openheid en met vrijmoedigheid gelovig in Gods Vaderhuis verkeren, wetende dat Hij ons lief heeft en ons heeft begenadigd in Christus, onze dierbare Heer. Als we zo, door gebed en dankzegging, de innige omgang met onze hemelse Vader en onze Heer en Heiland beleven, zal de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, onze harten en gedachten bewaren in Christus Jezus.

Er staat niet, dat Hij onze gebeden zal verhoren en onze wensen zal vervullen. Dit laten we rustig aan Hem over, want we weten, dat Hij het beste met ons voor heeft. In Christus geeft Hij ons Zijn wonderbare vrede. Het is altijd en altijd weer: “IN CHRISTUS JEZUS!” Levend in en door Hem smaken wij Gods liefde en genade.
Lezen: Filippensen 4:4-7