16 september


16 september

God is nu, in deze tijd van genade, bezig Zich een volk voor Zijn
Naam uit de heidenen aan te nemen (Handelingen 15:14). Ieder die in
Jezus Christus gelooft, behoort tot dat volk, zowel joden als nietjoden.
Ook met het volk Israël gaat God Zijn eigen weg. Al de
beloften hen gegeven, zullen ooit in vervulling gaan, want het Woord
Gods kan nooit gebroken worden. Als het volk dat God Zich NU
voor Zijn Naam vergadert voltallig is, zal Hij tot Israël
WEDERKEREN en de vervallen hut van DAVID wederopbouwen
(Handelingen 15:16). Vers 16 zegt duidelijk: "DAARNA zal Ik
wederkeren".
Het is ONmogelijk dat WIJ in plaats van Israël zouden zijn. Wij zijn
leden van het Lichaam van Christus en behoren tot de Gemeente die
Zijn lichaam is (Efeze 1:23). Deze verborgenheid Gods heeft Hij pas
aan Paulus geopenbaard. Op Gods tijd neemt Hij de Gemeente van de
aarde weg (1 Thessalonicensen 4:13-17) en daarna zal Hij de draad
met Israël weer opnemen. Toen Israël de Christus verwierp, heeft
God dat volk terzijde gezet. Er is een gedeeltelijke verharding over
Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat en aldus
zal gans Israël behouden worden (Romeinen 11:25-26). Want, zo
luidt de tekst verder: "De Verlosser zal uit Zion komen".
Eerst als de volheid der heidenen is ingegaan, zal Christus in
heerlijkheid wederkomen en Zijn heerschappij als Messias van Israël
aanvaarden. Dan zal gans Israël zalig worden. Na de opname van de
gemeente krijgt satan vrij spel. Dan komt de periode van de grote
afval en de grote verdrukking. Israël, dat nog steeds weigert Christus
als Messias te erkennen, zal de antichrist als zodanig aanvaarden. Het
boek der Openbaring vertelt ons over deze tijd. Johannes was op de
DAG DES HEREN in de geest, staat in Openbaring 1:10. Deze Dag,
waarover ook Maleáchi 4:5 spreekt, zal vreselijk zijn. Wij, die nu de
Heer toebehoren, zullen, als die Dag begint, boven zijn in de
heerlijkheid met onze Heer en Heiland.

Lezen: Handelingen 15:14-18