29 juli


“Maar die de waarheid DOET, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn” (Johannes 3:21). In 1 Johannes 1:6 lezen wij: “Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en DOEN de waarheid niet”. De waarheid doen, is een bepaalde levenshouding. De waarheid doen, heeft met Jezus Christus te maken. “De genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden” (Johannes 1:17). Hij is vol van genade en waarheid (Johannes 1:14). “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem”, sprak de Heer tot Pilatus (Johannes 18:37).
Dit is de toetssteen, waaraan wij kunnen weten of wij de waarheid doen: “Naar Zijn stem horen”. Buiten Christus om is geen waarheid, want Hij is, behalve DE Weg en HET Leven, ook DE Waarheid. De waarheid doen, is naar Jezus Christus luisteren, opmerken wat HIJ tot ons te zeggen heeft in Gods dierbaar Woord. God heeft ons de Geest der waarheid gegeven, Die ons de weg wil wijzen tot al de waarheid (Johannes 16:13), als wij ons aan Zijn leiding willen overgeven.
“Heilig ze in Uwe Waarheid; Uw Woord is de Waarheid”, bad de Heer voor ons tot de Vader (Johannes 17:17). Ons door Gods Woord laten heiligen, opdat Gods Geest ons kan leren de Heer waardig te wandelen en Hem in alles te behagen (Kolossensen 1:10), dat is de waarheid DOEN.
“Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren”, heeft de Heiland gezegd (Johannes 14:23). Dit is niet een verstandelijke instelling, doch een van het hart. Hem liefhebben met geheel ons hart en aldus in en door Hem de waarheid doen.
Als wij zo leven, zijn we niet in de duisternis en vrezen we het licht niet, doch zullen wij vol blijdschap wandelen in het licht van Gods aangezicht.
Lezen: 1 Johannes 1:5-9