27 juli


De apostel Petrus schrijft in zijn tweede brief: “Aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus” (2 Petrus 1:1). In Romeinen 3:21-22 lezen we, dat de rechtvaardigheid Gods is openbaar geworden “door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen die geloven”.
Als kind van God geloven wij in de rechtvaardigheid van onze God en Heiland Jezus Christus. Gods Geest doet het ons verstaan door het Woord van God.
Hoe kostbaar is dat geloof voor ons. Te weten dat Christus door Zijn geloof Gods rechtvaardigheid heeft geopenbaard. Deze rechtvaardigheid is ons deel geworden. Jezus Christus Zelf is nu onze gerechtigheid, onze rechtvaardigheid (1 Korinthe 1:30). In Romeinen 3:1-21 maakt het Woord ons duidelijk, dat elk mens, zonder uitzondering, strafwaardig staat voor de heilige God.
Gelukkig leert Romeinen 3:24: “En worden om NIET gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is”. Wij die in Hem hebben geloofd. ZIJN geloof was het waardoor Gods gerechtigheid tot openbaring kwam. Zijn gerechtigheid wordt ons toegerekend. Wij staan in de waarde van Jezus Christus voor een heilig God. Wij zijn in Hem Gods geliefde kinderen. God schonk ons in Christus Jezus het eeuwige leven (Romeinen 6:23), dat nieuw leven is. Nu mogen wij als kinderen Gods leven in en door onze Heiland, Jezus Christus.
Zijn rechtvaardigheid, die Hij door Zijn bloed voor ons verwierf (Romeinen 5:9), is de basis van ons geloofsleven. In Hem gerechtvaardigd, mogen we al de kostbare en zeer grote beloften, die God ons schonk in Zijn Woord, ons eigen maken en hebben we deel aan de Goddelijke natuur (2 Petrus 1:4).
Wij zijn geworden rechtvaardigheid Gods in Christus onze Heer, Die daartoe voor ons tot zonde werd gemaakt (2 Korinthe 5:21).
Lezen: Romeinen 3:21-26