12 juli


“Tot kennis van de verborgenheid van God, Christus, In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn” (Kolossensen 2:2-3). Hoe boven alles hoog en heerlijk is de Persoon Christus Jezus. Hij is de wondere verborgenheid van God, die geen mens kan doorgronden. In Hem zijn AL de schatten der wijsheid en kennis verborgen. In 1 Korinthe 2:7-8 spreekt het Woord over de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, die God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons. Als de oversten dezer eeuw deze wijsheid gekend hadden, zo zouden zij de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben. “Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods” (1 Korinthe 1:24).
Welk een onuitsprekelijke genade van God, dat Hij ons zulk een Heer en Heiland heeft gegeven. Christus, de Heilige, de Rechtvaardige, Gods Geliefde, Gods wijsheid! Hij die uitermate verhoogd is, Wiens Naam is boven alle naam. In Wie God alles heeft gevonden wat Hem genoegdoening kon schenken. Deze Heer en Heiland is ons geworden wijsheid van God: “Rechtvaardigheid, heiligmaking en verlossing” (1 Korinthe 1:30). Jezus Christus, God van alle eeuwigheid, voor wie eens alle knie zich zal buigen, wil nu zijn: “Onze rechtvaardigheid, onze heiliging, onze verlossing”. Ja, Hij wil alles voor ons zijn. Hij wil door Zijn Geest in ons hart wonen. In Hem heeft God ons verzegeld met de Heilige Geest der belofte (Éfeze 1:13), zodat we voor eeuwig Gods eigendom zijn.
Zouden wij zulk een Heer niet de hoogste plaats in ons hart en leven geven? Zouden wij er ons hart niet op zetten om Hem te kennen, om Hem welbehagelijk te zijn? Het is niet een kwestie van verstand, van intelligentie. Het is een zaak van het hart. Het is onszelf verliezen in Hem, die Gods Verborgenheid is. Hem te kennen, is Hem liefhebben, het is: “In Hem ALLES vinden!”
Lezen: 1 Korinthe 1:22-31