28 juni


In Romeinen 5:8 lezen we, dat Christus VOOR ons is gestorven, toen wij nog zondaars waren. Ook in 1 Thessalonicensen 5:10 spreekt het Woord over onze Heer Jezus Christus, Die VOOR ons gestorven is. Gods Zoon is voor alle mensen gestorven. Alle mensen kunnen nu zalig worden als zij in Hem geloven. Ieder die de Heer Jezus gelovig aanvaard heeft als zijn Verlosser, kan met blijdschap zeggen: “Christus stierf voor mij. Ik ben voor eeuwig behouden”.
Het grote werk der verlossing dat onze Heer heeft volbracht, houdt nog veel meer in. Niet alleen mogen we roemen in het feit, dat Hij VOOR ons stierf. Gods Woord zegt ons ook, dat wij IN Christus gestorven zijn en IN Hem opgestaan (Romeinen 6:1-4). Romeinen 6:4 luidt: “Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden”. Met “de doop” wordt hier niet bedoeld de waterdoop, doch onze doop in Zijn dood. Van deze doop is de waterdoop slechts een symbool.
God ziet ons nu in Christus gestorven en opgestaan tot nieuw leven. Hij heeft ons één gemaakt met Christus. Dit zijn Goddelijke waarheden, die we in geloof moeten aanvaarden. Vóórdat wij geloofden, waren we geketend aan de zonde. De zonde heerste over ons en wij MOESTEN wel gehoorzamen of we wilden of niet. Onze dood was de enige mogelijkheid om uit die heerschappij verlost te worden. Wij stierven in Christus en zijn nu VRIJ! In Hem gestorven en opgestaan!
Nu kunnen we het nieuwe leven leven dat God ons gaf. We kunnen wandelen in nieuwigheid des levens. Gods Geest wil dit in ons bewerken. Hoe groot en heerlijk is het werk der verlossing dat God in en door Zijn Zoon heeft volbracht!

Lezen: Romeinen 6:1-4