11 januari


God heeft door Mozes aan het volk Israël Zijn heilige wet gegeven. Zijn bevel was: “Doe dat en gij zult leven”.
Wie kon echter God liefhebben met heel zijn hart, met heel zijn ziel en geheel zijn kracht en zijn naaste als zichzelf? Immers geen sterveling? God wist dit wel en gaf aan het volk Israël allerlei offerdiensten, opdat zij door het brengen van deze offers genade konden ontvangen voor hun tekortkomingen.

Zonder bloedstorting is er nu eenmaal geen vergeving. God kan niet genadig zijn ten koste van recht. Al de offers zagen uit naar het volmaakte offer dat Jezus Christus, Gods Zoon en Zoon des mensen eens zou brengen. Jezus Christus heeft in Zijn leven volkomen voldaan aan de eis van Gods heilige wetten. Hij leefde als volkomen mens. Hij boette met Zijn bloed, Zijn leven, voor al het kwaad door de mens bedreven.
Welk een wondere, onpeilbare liefde!

Gelooft u in de Here Jezus Christus, hebt u Hem aanvaard als Verlosser en Zaligmaker? Zo ja, dan bent u overgegaan uit de dood, waarin de zonde u bracht, naar het eeuwige leven. Het eeuwige leven is het nieuwe leven dat God in ons hart heeft gegeven en dat we nu reeds mogen beleven door Jezus Christus.

Lezen: Lukas 10:25-28