20 september


Het vertrouwen
Je relatie met God is gebaseerd op geloven en vertrouwen. Deze beide begrippen vullen elkaar eigenlijk aan: je gelooft iemand, omdat je hem vertrouwt en andersom. Je bent God op Zijn Woord gaan geloven en nu is de belangrijkste les die je moet leren Hem in álles te vertrouwen. Je mag God overal bij betrekken en alles met Hem bespreken en ook de kleinste dingen in Zijn handen leggen. (1) Dit betekent niet dat je altijd krijgt wat je Hem in vertrouwen vraagt, maar wel dat je krijgt wat je echt nodig hebt. (2) Als je op Hem vertrouwt zul je niet beschaamd worden. (3) Naarmate je op de Heer vertrouwt zal Hij je steeds meer bevestigen. (4) 

Vertrouwen is de basis voor elke relatie. Je moet elkaar vertrouwen durven geven en elkaar in vertrouwen durven nemen. Vertrouwen wordt verstevigd door te geven wat de ander op dit moment nodig heeft. Wordt het wederzijds vertrouwen beschaamd, dan lijdt de relatie schade. Wordt het vertrouwen hersteld, dan geeft dit de relatie nieuwe kansen. Als je de tijd neemt om naar elkaar te luisteren – vooral naar de innerlijke behoefte – dan wordt het wederzijds vertrouwen steeds steviger en de basis gelegd voor een hechte relatie. Immers ook in relaties geldt: “Gods weg is de beste, de beste altijd”. 

  1. Filippenzen 4:6: “Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God”.
  2. Matthéüs 6:31-33: “Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? … want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden”.
  3. Romeinen 10:11: “Want de Schrift zegt: Een ieder, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden”.
  4. 1 Petrus 5:10: “De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden”. 

Vraagje: Durf jij anderen in vertrouwen te nemen?