06 augustus


Johannes 21:15-17
(15) Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren. (16) Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen. (17) Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen. 

Petrus is de apostel die officieel het Nieuwe Verbond voor geopend verklaard. Die sleutels had de Heer hem gegeven volgens Matthéüs 16:19. Hij is degene die het woord neemt op de Pinksterdag, en dat is niet zo verwonderlijk. De Heer heeft nadrukkelijk aan Petrus gevraagd om Zijn schapen te weiden, zoals we al lazen in Johannes 21. Op de Pinksterdag staat hij als autoriteit op, om het lamgeslagen Joodse volk toe spreken. Handelingen 2:14: “Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren ingaan”.

Het is wel belangrijk om hier al te lezen dat er blijkbaar ook anderen in Jeruzalem waren, geen Joden maar heidenen, die ook de woorden van Petrus gehoord hebben en heus niet weggestuurd werden omdat ze geen Joden waren. Deze boodschap was net zo goed voor hen bestemd.

Petrus is de apostel die door de Heer geroepen is om het Evangelie aan de Joden te brengen! In de Galatenbrief zegt de apostel Paulus dit ook van Petrus. Lees Galaten 2:7-8. Petrus wordt hier de apostel der besnijdenis genoemd, wat verwijst naar zijn bediening onder het Joodse volk. Maar er is nog iets in de woorden van Petrus wat heel belangrijk is! Namelijk dat wat in Handelingen 2:29 staat: “Gij mannen broeders, het is mij geoorloofd vrijuit tot u te spreken…”. En dat was opzienbarend, want voor Zijn Opstanding mochten de discipelen niet vertellen dat de Heer de beloofde Messias was. Ze mochten juist niet vertellen wie Hij werkelijk was en wat Hij kwam doen. Mondje dicht!