28 juli


God is goedertieren.

Wij zingen het liedje: “Ja, God is goed, God is goed voor mij”. Waar staat in de Bijbel dat God goed is? Dat vinden we in het Nieuwe Testament. In het Oude Testament wordt het woord “goedertieren” gebruikt.

Psalm 145:17
De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren in al Zijn werken.

We weten al dat de HEERE God is. Hier zijn Gods rechtvaardigheid en goedertierenheid parallellen, zoals ook Zijn wegen en Zijn werken. Gods goedheid blijkt uit Zijn recht. In Jeremia 3:12 staat: “Bekeer u, gij afgekeerde Israël! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op u lieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE, Ik zal de toorn niet in eeuwigheid behouden.” Daar betekent goedertieren dat God Zijn toorn niet op Zijn volk zou doen vallen, wanneer zij zich zouden bekeren. Dat is goed en rechtvaardig.

In Matthéüs 19:16 spreekt de rijke jongeling de Heere Jezus aan met “Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe?” De Heer zegt dan: “Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Eén, namelijk God.” (vers 17) De jongeling dacht dat hij goed was, want hij onderhield alle geboden. Toch wist hij dat hij het eeuwige leven niet had. Wat moest hij dan nog meer doen?

Wanneer hij volmaakt wilde zijn, zou hij alles moeten verkopen wat hij had en het aan de armen geven. Dan zou hij een schat in de hemel hebben. “Kom en volg Mij”, zei Jezus. (vers 21)

Jezus Christus heeft Zelf alles opgegeven om ons arme zondaren (wij misten immers Gods heerlijkheid) te redden. Hij is de Jongeling die zelfs Zijn leven gaf aan het kruis, opdat wij door Zijn dood en opstanding het eeuwige leven zouden ontvangen. Hij zegt: “Volg Mij in de wedergeboorte, verlaat alles en je zult het eeuwige leven beërven.” (vers 28-29)

Romeinen 3:12: “… er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe”. Alleen God is goed. Hij gaf Zijn Zoon en Zijn leven. De Heer droeg ons oordeel. (1 Petrus 2:24)